“Aan een testomgeving heb je niks”
Een testomgeving is essentieel voor je belangrijkste systemen. Hiermee test je updates veilig en leid je medewerkers op. Maar als je hem niet effectief inzet, heb je er niks aan.
Waarom gaat het mis?
Ondanks de aanwezigheid van een testomgeving, gaat het nog steeds geregeld mis. Werkzaamheden in de testomgeving hebben soms toch effect op de productieomgeving. Of tests blijken niet representatief voor de productieomgeving. Dit leidt tot onverwachte problemen en verstoringen in je dagelijkse bedrijfsvoering.
Hoe zet je de testomgeving goed in?
Zorg ervoor dat je jouw testomgeving goed inzet. Maar hoe doe je dat?
1. Houd je testomgeving gescheiden van je productieomgeving
Dit is cruciaal. Als je testomgeving omvalt, blijft je productieomgeving overeind. Dit voorkomt dat problemen in de testomgeving doorwerken naar de productieomgeving.
“Gisteren voerden we een zware run uit in de testomgeving. Doordat deze op dezelfde server draait als de productieomgeving, leidde de test ertoe dat zowel de test- als de productieomgeving omviel.”
— Informatiemanager van een gemeente.
2. Maak je testomgeving representatief voor je productieomgeving
Zorg ervoor dat de testomgeving een nauwkeurige weergave is van de productieomgeving. Dit betekent dat de configuraties, data en gebruikersscenario’s zoveel mogelijk overeenkomen. Alleen dan kun je betrouwbare tests uitvoeren.
“Uit tests blijkt dat de software alle benodigde functionaliteiten bevat. Echter, zodra deze in productie werd gezet, ontstonden er problemen omdat de koppelingen in de testomgeving niet representatief bleken voor die in de productieomgeving.”
— Functioneel Beheerder gemeenschappelijke regeling
3. Stel een wijzigingsbeleid op
Maak in- en extern afspraken over het doorvoeren van updates. Dit zorgt voor duidelijkheid en voorkomt dat ongeplande wijzigingen in de testomgeving worden doorgevoerd, wat de betrouwbaarheid van je tests kan beïnvloeden.
“Updates worden vaak zonder overleg ingepland, en meestal op tijdstippen dat we het systeem echt niet kunnen missen. Andere afspraken maken is vaak onbegonnen werk. Dit betekent voor ons dat we een paar uur zorg moeten verlenen zonder inzage in het medisch dossier van de patiënten.”
— Manager spoedzorg
4. Maak duidelijk in welke omgeving de gebruiker zit
Laat duidelijk zien in welke omgeving de gebruiker zich bevindt. Dit verkleint de kans dat de gebruiker per ongeluk gaat testen in de productieomgeving of productiegegevens in de testomgeving zet. Gebruik bijvoorbeeld verschillende kleuren of duidelijke labels om de omgevingen te onderscheiden.
“Ik dacht dat ik was ingelogd in de testomgeving. Zorgeloos ging ik allerlei tests draaien. Tot de functioneel beheerder ineens aan mijn bureau stond. Bleek ik in de productieomgeving te zitten. Nu moest de back-up terug geplaatst worden en zijn mijn collega’s en ik minstens één dag onnodig werk kwijt.”
— Administratief medewerker
Conclusie
Een testomgeving is een krachtig hulpmiddel – mits goed ingezet. Door je testomgeving gescheiden te houden van je productieomgeving, representatief te maken voor de productieomgeving, een helder wijzigingsbeleid op te stellen en duidelijk te communiceren in welke omgeving de gebruiker werkt, maximaliseer je de effectiviteit van je testomgeving. Dit helpt om problemen te voorkomen en zorgt voor een soepele en betrouwbare bedrijfsvoering.